Door verder te klikken accepteert u cookies. Functionele en analytische cookies worden anoniem verzameld en gebruikt om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van deze website.
Meer informatie.
Hoe kun je je kind helpen om taal te leren begrijpen en te leren praten? Veel met je kind praten, dingen een naam geven, zingen en voorlezen zijn belangrijk.
Praat met je kind
Het is belangrijk om veel met je kind te spelen en te praten. Bijvoorbeeld:
Vertel hoe personen en dingen om jullie heen heten: "Daar is papa!" of: "Kijk, daar is de poes."
Praat over wat je aan het doen bent en over wat je kind doet.
Praat over wat je kind ziet, hoort, voelt, proeft en ruikt. Zeg bijvoorbeeld: "Dat is een auto, die rijdt door de straat" of: "Wat is die appel lekker."
Gebruik échte woorden. Je kind zegt misschien: "Waf" als hij of zij de hond ziet. Antwoord dan met: "Ja, daar is de hond, die zegt: 'Waf!'"
Neem de tijd om goed te kijken en luisteren naar je kind. Je merkt dan waar hij of zij mee bezig is. Daar kun je dan met elkaar over praten.
Beantwoord de vragen van je kind, maar stel zelf ook vragen. Zo vraag je je kind om te denken en woorden te vinden.
Geef je kind de tijd om te antwoorden. Een jong kind kan nog niet zo snel reageren. Wacht bijvoorbeeld vijf tellen voor je nog een vraag stelt.
Als je gevoelens noemt, leert je kind gevoelens van zichzelf en anderen kennen. Zeg bijvoorbeeld: "Je vindt het niet leuk dat je nu moet opruimen."
Herhaal de zinnen van je kind, maak ze langer of voeg er wat aan toe. Dat kun je het best op een vragende, uitnodigende manier doen. Je kind zegt bijvoorbeeld: "Ik toren maakt." Dan zeg jij: "Heb je een toren gemaakt?" Op die manier nodig je je kind uit om verder te praten.
Voer op vaste momenten gesprekken met je kind, bijvoorbeeld als hij of zij thuiskomt van de speelleergroep. Maar ook tijdens het eten of bij het naar bed gaan. Laat je kind vertellen wat hij of zij heeft gedaan. Vertel ook wat je zelf hebt gedaan.
Op Kindentaal.nl vind je nog meer tips om je kind te helpen bij de taalontwikkeling.
Grote woordenschat door veel ervaringen
Je kind krijgt een grote woordenschat als hij of zij veel meemaakt. Op een station zie je andere dingen dan thuis. Dan gebruik je dus ook andere woorden. Kinderen leren zo ook dat een woord verschillende betekenissen kan hebben. Een arm is bijvoorbeeld een deel van je lichaam, maar als je weinig geld hebt, ben je ook arm. Noem de namen van dingen, mensen en dieren. Zeg bijvoorbeeld: "Kun je me het kopje geven dat op tafel staat?" Zeg liever niet: "Geef me dat."
Leren door spelen
Speel veel spelletjes met je kind. Vooral spelletjes waarbij je van beurt moet wisselen zijn goed. Samenspelen is een goede manier om veel met elkaar te praten. Ook spelletjes waarbij je doet alsof, zijn heel goed voor de taalontwikkeling. Van memory en lotto leert je kind ook woorden. Laat je kind ook veel met andere kinderen spelen.
Jonge kinderen zijn dol op liedjes en versjes. Als je kind iets ouder wordt, vindt hij of zij woordgrapjes heel leuk en begint hij of zij te rijmen. Samen rijmen kost weinig tijd en is gezellig. Het is heel goed voor de taal en het denken van je kind. Je kunt ook taalspelletjes doen, zoals 'ik zie, ik zie wat jij niet ziet'.
Van voorlezen leert je kind veel
Iedere dag voorlezen is leuk en gezellig. Kinderen leren er veel van, vooral als ze actief meedoen. Vertel af en toe een verhaal over iets wat je kind heeft meegemaakt, of een fantasieverhaal. Bijvoorbeeld met behulp van plaatjes. Praat samen over het verhaal of laat je kind het navertellen.
Zorg dat je verschillende soorten boeken in huis hebt: boeken met plaatjes, informatieboeken, voorleesboeken en boeken met liedjes en rijmpjes. Ook zijn er kindertijdschriften en luisterboeken. Bij de bibliotheek vind je dit allemaal. Kinderen kunnen gratis lid worden van de bibliotheek.
Computer en televisie gebruik je samen
Ook digitale voorleesboeken zijn heel goed voor de taalontwikkeling. Er zijn ook goede televisieprogramma's, websites en apps voor peuters vanaf 2 jaar. Kijk vooral samen met je kind. Dan kun je dingen uitleggen en er samen over praten. Daar leert je kind van.
Kennismaken met letters en cijfers
Vanaf 3 jaar krijgen de meeste kinderen interesse in geschreven taal. Op een speelse manier kun je kinderen al letters en cijfers leren. Leg ook uit hoe je een boodschappenlijst maakt of een kaart stuurt aan oma.