Leren eten

Is je baby tussen 4 en 6 maanden? Dan kun je naast de borst- of flesvoeding beginnen met eerste hapjes. Hoe leer je je baby van een lepel eten? Hoe ga je om met knoeien? En hoe maak je het leuk aan tafel?

Eten vanaf een lepel

In het begin prak je het hapje heel fijn. Als je kind het fijngeprakte hapje goed eet, kun je wat minder fijn gaan prakken. Nog wat later is het genoeg om eten in kleine stukjes te snijden. Breng de fijngeprakte hapjes met een lepeltje horizontaal naar de mond van je baby. Je baby ziet de lepel aankomen en doet zijn of haar mond open. Als je de lepel licht op de tong drukt, zuigt je baby het voedsel van de lepel. Daarna haal je de lepel horizontaal weer uit zijn of haar mond. Schraap de lepel liever niet af langs de tanden of kaakrand.

Happen en slikken

Natuurlijk morst je baby. Hij of zij moet nog leren het eten in de mond te houden en door te slikken. Langzaam leert je baby het eten van de lepel happen. Dan sluit je baby de lippen om de lepel en beweegt de tong naar achteren. Lukt het niet meteen of houdt je baby de lippen stijf op elkaar? Wacht dan één of twee weken en probeer het dan nog eens. Op een dag grijpt je baby zelf naar de lepel. Dat is een goed moment om te proberen je kind ook zelf te laten eten. Verwacht niet dat je baby al veel binnenkrijgt van deze hapjes. Iets op de lepel krijgen, de lepel naar de mond brengen en het eten eraf happen is nog moeilijk.

Moeite met grof voedsel

Baby's kunnen moeite hebben met het eten van vast en/of grof voedsel. Ze gaan dan 'kokken'. Schrik daar niet van. Als je blijft oefenen met de hapjes gaat dit vanzelf over. Het eten van grotere stukjes gaat dan steeds beter. Tips om te oefenen:

• Raak mond en tong voorzichtig aan, speel ermee.
• Laat je baby een lepel aflikken.
• Probeer je baby 'liedjes' te laten zingen: lalala, nanana, dadada, tatata.
• Probeer of je baby de tong zover mogelijk uit wil steken en weer terug.

Twee bordjes

Om te zorgen dat je kind toch wat eten binnenkrijgt, maak je gewoon twee bordjes klaar. Een ervan geef je aan je kind. Van het andere bordje geef je je kind tussendoor af en toe een hapje. Je kind vindt het leuk om zelf met het eten bezig te zijn. Geef hem of haar complimentjes als je ziet dat je kind het blijft proberen. Je baby hoeft niet heel veel te eten. Het is belangrijker dat je kind nu op een leuke manier leert om verschillende dingen te eten.

• Dwing nooit een hap eten naar binnen.
• Laat je kind zelf stukjes eten in de mond steken met de handjes of met een kindervorkje.
• Geeft je kind aan dat hij of zij genoeg heeft? Zeg dan dat je kind goed  heeft gegeten en haal het bordje weg.

Knoeien hoort erbij

Besef dat het eten waarschijnlijk een tijdje een hoop geknoei geeft. Je kunt een plastic tafelkleed neerleggen en je kind een plastic slab met knoeigootje omdoen, zodat je makkelijk schoon kunt maken. Leg eventueel een zeiltje onder de kinderstoel en draag zelf een keukenschort. Heel jonge kinderen kunnen nog niet netjes eten. Daar moeten ze eerst bepaalde motorische vaardigheden voor hebben. Natuurlijk kun je je kind wel vertellen hoe het hoort. Geef een compliment als je kind het probeert. Het goede voorbeeld geven helpt. Als je kind ziet hoe jij eet, wil hij of zij dat nadoen. Tussen 1,5 en 2 jaar kunnen kinderen al aardig zelfstandig eten. Dan kun je de regels aan tafel en goede eetgewoonten echt gaan gebruiken.

Eet samen aan tafel

Als je kind na de eerste hapjes langzaam aan een echte maaltijd gaat eten, kun je samen aan tafel zitten. Je kind vindt het gezellig om met anderen te eten. Het is goed als je kind jou ook lekker ziet eten. Zet je baby in een kinderstoel aan tafel. Zorg voor duidelijke eetmomenten. Je kind leert dan: nu is het tijd om iets te eten. Ga je van tafel, dan is dat eetmoment voorbij.

Tips om het leuk te houden aan tafel

• Schep van alles een klein beetje op het bord van je kind. Het bord hoeft niet vol.
• Moedig je kind aan om van alles te proeven. Soms moet een kind wel 10 tot 15 keer proeven voordat hij of zij gewend is aan een nieuwe smaak.
• Eet zo vaak mogelijk met het hele gezin tegelijk. Zorg dat het niet te lang duurt en maak het gezellig: zing liedjes of laat ieder zijn eigen verhaal vertellen.
• Loop niet met eten achter je kind aan.
• Geef geen eten aan je kind, omdat je hem of haar ergens van wilt afleiden.
• Geef geen eten als beloning ergens voor.
• Jij bepaalt wat je kind eet en wanneer je kind eet. Je kind bepaalt zelf hoevéél het opeet. Genoeg is genoeg. Kinderen voelen dat zelf goed aan.
• Geef je kind niet te veel tussendoortjes. Als je iets tussendoor geeft, doe dat dan op vaste tijden. Lekker voor tussendoor is bijvoorbeeld: fruit, soepstengel, rijstwafel, rozijntjes of stukjes komkommer.
• Zet de televisie tijdens het eten uit. Zo wordt je kind niet steeds afgeleid.
• Soms heb je zelf je hoofd bij andere dingen als je aan tafel gaat. Het is beter om je dan even te concentreren op het eetmoment. Probeer dat rustig en ontspannen te houden.
• Leer je kind om uit een beker te drinken in plaats van uit de zuigfles. Dat is beter voor de tanden.