Agressief gedrag

Agressief gedrag is menselijk, maar toch schrik je wanneer je eigen kind schopt, bijt of slaat. Een kind kan agressief gedrag vertonen uit frustratie, boosheid, onmacht of angst. Zelfs bij heel jonge kinderen komt dat voor.

Agressief gedrag

Zelf doen!

Als je kind ouder wordt, zal het steeds meer dingen zelf willen doen. Peuters kunnen ervan overtuigd zijn dat ze iets kunnen. Als het dan toch niet lukt (of niet mag), is de kans groot dat ze boos en gefrustreerd raken. Soms reageren ze dat af op hun speelgoed, maar soms ook op andere kinderen of op hun ouders.

Bijten, schoppen, slaan

Jonge kinderen kunnen hun gevoelens nog niet goed beheersen en ze ook nog niet op een goede manier uiten, zoals door te praten. Ze kunnen hun boosheid wel lichamelijk uiten, bijvoorbeeld door te bijten, schoppen, duwen of slaan. Tweejarigen slaan, schoppen en bijten vaker dan op welke andere leeftijd ook. Hier denken ze niet bij na. Daarna neem het af, doordat kinderen steeds beter leren praten en negatief gedrag afleren.

Wat kun je doen tegen agressief gedrag?

  • Reageer onmiddellijk als je kind een ander pijn doet. Ga er naartoe, maak contact en zeg duidelijk en beslist: 'Nee, geen pijn doen.'
  • Blijf rustig. Als je kind slaat, sla dan niet terug.
  • Stemverheffing of schreeuwen helpt ook niet.
  • Je kunt je kind beter even apart zetten als straf. Het is belangrijk dat je het gedrag daarna met je kind bespreekt.
  • Vertel je kind op een rustige maar duidelijke toon welk gedrag je niet accepteert en waarom niet, bijvoorbeeld omdat het pijn doet. Houd het hierbij wel kort.
  • Vertel ook dat je begrijpt dat je kind zich boos voelt, maar dat het niet mag slaan, schoppen of bijten. Op die manier stel je duidelijke regels en grenzen aan het gedrag van je kind.
  • Verder is 'sorry zeggen' natuurlijk ook belangrijk. Verplicht kusjes geven aan het slachtoffer werkt meestal niet. Houd het liever neutraal.
  • Het allerbelangrijkste is dat je je kind elke keer complimenten geeft als je ziet dat het goed samenspeelt.