Seksuele voorkeur

Tussen de 10 en 12 jaar beginnen kinderen te fantaseren over wie ze leuk vinden. Dat kan een jongen en/of een meisje zijn. We noemen dat seksuele oriëntatie of seksuele voorkeur.

Seksuele voorkeur

Seksuele voorkeur

Veel kinderen worden alleen verliefd worden op mensen van het andere geslacht. Een jongen wordt verliefd op meisjes en een meisje wordt verliefd op jongens. Er zijn ook kinderen die alleen verliefd worden op mensen van het eigen geslacht. Een jongen die op jongens valt, wordt homoseksueel genoemd. Een meisje dat op meisjes valt wordt lesbisch genoemd. Ook zijn er kinderen die verliefd kunnen worden op jongens en op meisjes. Dat noemen we biseksueel. Tenslotte zijn er kinderen die verliefd worden, waarbij jongen of meisje (gender) geen rol speelt, dat noemen we panseksueel. Soms komt het voor dat kinderen op de basisschool al kunnen zeggen of ze op jongens of meisjes vallen. Meestal gebeurt dit pas in de puberteit. Soms wordt gedacht dat jongens die zich meisjesachtig gedragen, homoseksueel zijn. En dat meisjes die zich jongensachtig gedragen, lesbisch zijn. Dit is niet zo! Dit gaat om genderexpressie en ook daar zijn veel verschillen en mogelijkheden in.

Hoe ga je om met een seksuele voorkeur?

Als een kind merkt dat het zich aangetrokken voelt tot iemand van het eigen geslacht, kan het daar van in de war raken. Zeker als de omgeving dit afkeurt of belachelijk maakt. Vertel dat er niets mis mee is als je als meisje op meisjes of als jongen op jongens valt of allebei. Laat je kind wel de tijd nemen om alles wat het voelt en denkt een plek te geven. Dring dus niet aan op een gesprek als je kind er nog niet aan toe is. Het kan nog lang duren voordat je kind erover kan of wil praten. Praat open over verschillende vormen van seksualiteit. Daarmee geef je aan dat iedereen anders mag zijn en dat dat oké is. Als je kind weet dat jij mensen die niet-hetero zijn accepteert, geeft dat je kind een gevoel van vertrouwen en veiligheid. Als je kind eraan toe is om over de eigen gevoelens te praten, zal het dat minder 'eng' vinden. Op Seksueleopvoeding.info lees je hoe je je kind leert dat iedereen er mag zijn, welke voorkeur hij of zij ook heeft. Weet je niet goed wat je ervan moet vinden dat je kind seksualiteit anders beleeft dan je had verwacht? Of weet je niet genoeg van LHBTIQ+? Er staat ook informatie voor ouders en verzorgers op de site voor jongeren Iedereenisanders.nl.

Zorgen over homoseksualiteit

Misschien maak je je zorgen over het feit dat homo- of biseksualiteit niet door iedereen geaccepteerd wordt. In sommige situaties kan je kind slecht behandeld worden omdat hij of zij een andere seksuele voorkeur heeft. In sommige religies denken mensen dat 'homoseksualiteit een ziekte is' die 'met therapie wel overgaat', of dat 'homo's ervoor kiezen'. Het is allemaal niet waar. Je kunt niet kiezen op wie je verliefd wordt, dat is wetenschappelijk bewezen. Kinderen worden geboren met een bepaalde vorm van seksualiteit. Daar zijn psychologen, psychiaters en artsen het over eens.

Meer over seksuele voorkeur

Rutgers heeft een 'Handreiking sekse, gender en seksuele diversiteit' waarin de begrippen sekse, gender en seksuele diversiteit worden uitgelegd. Je krijgt informatie over LHBTIQ+ (lesbisch, homo, bi+, transgender, intersekse en queer). Het is belangrijk dat kinderen die zich 'anders' voelen, zichzelf in verhalen herkennen. Door het voorlezen of lezen daarvan komt je kind er misschien achter dat het helemaal niet 'anders' of alleen is. Het COC heeft de boekenlijst Paarse vrijdag gemaakt, een gids met boeken die kinderen kunnen lezen om meer te leren over zichzelf of over de wereld om hen heen.