Straf geven
Ook al heb je heldere grenzen gesteld en kent je puber de regels, je kunt ervan uitgaan dat je kind die regels toch af en toe zal overschrijden. Dan kan het nodig zijn om straf te geven.
Hoe geef je straf?
- Leg uit welk gedrag je niet accepteert en waarom. Uitleg maakt de straf effectiever.
- Je puber vindt de straf niet leuk. Je kind kan dan woedend worden, maar wees daar niet bang voor, het heeft er zelf voor gekozen de regels te overtreden.
- Geef straffen van beperkte duur. Een week niet uit mogen is net zo effectief als een maand en makkelijker uit te voeren.
- Je woede mag de straf niet erger maken dan nodig. Zorg dat je eerst rustig wordt voordat je straft.
- Straf meteen na de overtreding. Dat werkt beter dan de straf uitstellen.
- Richt je op het gedrag en niet op de persoon. Straf heeft een verkeerd effect als je kind zich als persoon aangevallen voelt. Dan kan je kind zich van je af gaan keren.
- Het is belangrijk om zuinig te zijn met straffen. Veel straffen helpt niet, zeker niet als de band met je kind al niet zo goed is. Je kunt de band met je kind versterken door aandacht en complimenten te geven. Dat is goed voor het zelfvertrouwen.
Passende straf
Het is belangrijk dat de straf zo goed mogelijk past bij de overtreding.- Schade laten herstellen. Laat je kind de rommel opruimen, repareren wat kapot is gemaakt, of meebetalen van het zakgeld.
- Leuke, fijne dingen afnemen of privileges intrekken. Denk bijvoorbeeld aan een internet- of telefoonverbod, het bankpasje inleveren, huisarrest, geen tv mogen kijken, of niet mogen logeren bij vrienden.
- Een extra taak of boete opleggen. Laat je puber vaker afwassen, schoonmaken, of een deel van het zakgeld in een potje doen.
- Tijdelijk meer controle houden. De overtreder moet meteen na school naar huis komen, wordt opgehaald bij de disco, of moet het huiswerk laten controleren.
- Zelf de gevolgen laten ondervinden. Waarschuw je kind niet meer, laat vuile kleren liggen, help niet meer met zoeken naar verloren spullen of laat je kind ondervinden dat het niet te laat mag komen omdat je dan je baantje kwijtraakt.
Naar je kamer!
Je kunt kinderen ook naar hun kamer sturen. Op die manier kun je allebei even tot rust komen. Daarna is het goed om naar hen toe te gaan en de situatie te bespreken.- Geef zo duidelijk mogelijk aan welk gedrag ongewenst is, maar laat kinderen ook hun kant van het verhaal vertellen.
- Probeer je kind (ondanks de ruzie) wel als gelijkwaardig persoon te behandelen en te respecteren. Pubers zijn daar erg gevoelig voor.
- Dat respect mag je natuurlijk ook van je kind verwachten naar jou toe.