Hoogbegaafd?

Loopt je kind voor in ontwikkeling op leeftijdgenoten? Stelt hij of zij veel vragen? Leert je kind makkelijk en vraag je je af of je kind soms hoogbegaafd is? Lees hoe je merkt of je kind voorloopt of hoogbegaafd is, wanneer een IQ-test nuttig nodig is en hoe jij en de school op de behoeften van je kind kunnen ingaan.

Wanneer voelt een kind zich begrepen?

Elk kind zit anders in elkaar. In de manier van denken én doen. Het is goed om daar rekening mee te houden in de opvoeding en op school. Je kind wordt geboren met een bepaalde aanleg. Voor leren, voor muziek, voor sport, enzovoort. Ieder kind heeft steun nodig om zich te kunnen te ontwikkelen. Van jou of op school of bij een club. Als jij en andere mensen aansluiten bij het niveau van je kind voelt je kind zich begrepen. En dat is het allerbelangrijkste voor elk kind.

Hoe merk je dat je kind voorloopt of hoogbegaafd is?

Kinderen die intelligenter en gemotiveerder zijn dan de meeste andere kinderen denken sneller, maar gedragen zich ook vaak anders. Veel kinderen met een voorsprong en hoogbegaafde kinderen:
  • kunnen dingen vaak eerder dan anderen. Maar ze doen iets vaak pas als ze zeker weten dat ze het kunnen. Bijvoorbeeld lopen, praten of een opdracht op school. Ze doen het dan vaak meteen perfect.
  • zijn niet snel tevreden over zichzelf. Bijvoorbeeld als een tekening niet is geworden zoals ze hadden bedacht.
  • stellen veel vragen, willen precies weten hoe iets zit en ook waarom.
  • onthouden veel. Ze nemen vaak alles op als sponzen.
  • leggen snel verbanden tussen dingen.
  • komen vaak met creatieve ideeën en oplossingen.
  • hebben al jong een duidelijk doel als ze spelen of leren. Ze kunnen al vroeg zelfstandig aan dat doel werken.
  • merken nogal eens op dat iets niet eerlijk is. Ze hebben een sterk rechtvaardigheidsgevoel.
  • geven niet veel om straffen en belonen.
  • trekken zich dingen heel sterk aan en merken veel op. We noemen deze kinderen hooggevoelig of hoogsensitief.
  • zijn vaak heel enthousiast en fanatiek in wat ze doen. Als iets dan niet lukt,  vinden ze het dan echt niet meer leuk of worden zelfs boos. Dat komt doordat hun plan niet lukt zoals in hun hoofd zat. Of hun plan wordt verstoord door klasgenoten of de regels op school.

Hoe ga je om met een hoogbegaafd kind?

  • Luister goed naar je kind. Praat over zijn of haar interesses. Leer je kind begrijpen. Houd rekening met de mening van je kind. Dat betekent natuurlijk niet dat je je kind altijd zijn of haar zin hoeft te geven.
  • Leg je kind uit waarom er bepaalde regels zijn. Laat je kind zelf ontdekken wat er gebeurt als hij of zij zich niet aan regels houdt. Gooit je kind de vuile kleding nooit in de wasmand? Word niet boos, maar doe die was gewoon niet. Je kind komt er dan vanzelf achter dat er geen schone kleren meer zijn en bedenkt dan zelf de oplossing. Natuurlijk kijk je hierbij naar de leeftijd van je kind en naar wat hij of zij aan kan.
  • Je kind is slim, kent waarschijnlijk veel woorden en kan zijn of haar mening goed geven. Je kind lijkt daardoor vaak ouder dan hij of zij is. Maar in de sociaal-emotionele ontwikkeling ligt je kind meestal níet voor. Houd daar rekening mee.
  • Omdat je kind veel begrijpt, kan hij of zij zich zorgen maken over bijvoorbeeld dingen uit het nieuws. Let erop dat je kind geen tv-programma’s, films of games ziet waar hij of zij nog te jong voor is. Je kind begrijpt dit waarschijnlijk wel, maar kan het nog niet verwerken. Het Jeugdjournaal wordt bijvoorbeeld gemaakt voor kinderen vanaf 9 jaar.
  • Heel intelligente kinderen hebben snel door wat er allemaal kán gebeuren of fout kán gaan. Daardoor gaat je kind misschien risico’s uit de weg. En wordt hij of zij bijvoorbeeld té voorzichtig met buitenspelen en sporten. Herken je dit? Een gymclub of kinderfysiotherapie kan je kind helpen vertrouwen te krijgen in zijn of haar lichaam. En zo kan je kind met gym en spelletjes ook meedoen met de groep.
  • Je kind heeft misschien het gevoel dat hij of zij ‘anders’ is. Help je kind activiteiten vinden, waarin hij of zij even goed is als leeftijdgenoten. Bijvoorbeeld een hobby of sport. Dat helpt je kind om zich geen uitzondering te voelen.
  • Omdat de behoeften van hoogbegaafde kinderen anders zijn, gaat het opvoeden vaak net even anders.

Is een IQ-test nodig?

Als je kind lekker in zijn of haar vel zit en zich in zijn of haar eigen tempo blijft ontwikkelen is een test niet nodig. Gaat het niet goed met je kind? Praat dan met de opvang of school wat jullie aan je kind zien. Bespreek jullie zorgen en de behoeften van je kind: waar voelt je kind zich wel fijn bij, thuis en op school? Als jullie er met school niet uitkomen wat je kind nodig heeft, kan verder onderzoek misschien helpen. Een IQ-test van een erkend bureau geeft misschien inzicht. Peuters kunnen zo’n test nog niet doen. Daarom hebben we het bij peuters over een ‘ontwikkelingsvoorsprong’. Als uit de uitslag blijkt dat je kind een IQ heeft boven de 130 en gemotiveerd is en graag leert, noemen we dat hoogbegaafd. Er zijn ook kinderen met zo’n hoog IQ, die niet erg gemotiveerd zijn en niet zo graag leren. Zij hebben een andere aanpak nodig dan een hoogbegaafd kind. Een IQ-test doen kan vanaf ongeveer 4 jaar. Vanaf 6 jaar wordt de IQ-test betrouwbaarder. De uitslag is altijd maar twee jaar geldig. De test kan een idee geven van de aanleg van je kind. Dat is vooral handig als je kind op het ene onderdeel wel en op het andere niet begaafd is: dan kan het onderwijs daarop aangepast worden. Het gemeten IQ kan ook aangeven geven over hoeveel uitdaging je kind nodig heeft. Maar een test zegt niet alles. Wat ouders en leerkrachten merken aan het gedrag van je kind blijft altijd belangrijk. Een IQ-test geeft bijna nooit de oplossing voor het probleem, maar het kan wel helpen om meer bij het kind aan te sluiten. Tip: Benadruk het niet als je kind een hoog IQ blijkt te hebben en zeg niet telkens dat je kind slim is. Dat legt veel druk op je kind. Het kan er faalangst van krijgen. Je kind wil opdrachten dan niet doen en gebruikt smoesjes. Bijvoorbeeld: ‘de opdracht is te makkelijk’. Of je kind heeft er geen zin in en zegt dat hij of zij die opdracht ‘toch niet nodig heeft’. Zo is de kans groot dat je kind onder zijn of haar niveau gaat presteren.

Hoe werk je samen met school als je kind hoogbegaafd is?

Misschien vindt je kind het schoolwerk niet leuk of niet zinnig. Het werk kan te makkelijk zijn. Zeg niet tegen je kind dat jij die sommen ook onzin vindt. Praat er wel over met de leerkracht. Doe dit ook als het lijkt of je kind niet oplet of luistert in de klas. Misschien begrijpt hij of zij al heel snel wat er gedaan moet worden. Je kind lijkt dan ongeïnteresseerd. Dat is niet fijn voor de leerkracht en de andere kinderen. Praat met de leerkracht over wat jouw kind mogelijk nodig heeft. Misschien kan je kind andere of extra opdrachten krijgen. Of het mag zelfstandiger werken als het liever zelf uitvindt hoe iets aangepakt moet worden. Daar krijgt het zelfvertrouwen van. Er zijn ook speciale lesprogramma’s voor hoogbegaafde en zeer intelligente kinderen. Dit heet passend onderwijs. Op balansdigitaal.nl lees je hier meer over. Je kind hoeft niet de hele tijd werk op het eigen niveau te krijgen. Dat krijgt de rest van de klas ook niet. Het gaat erom dat je kind zich serieus genomen voelt. En dat hij of zij regelmatig wordt uitgedaagd: in zijn talenten, maar ook bij dingen waar hij of zij meer moeite mee heeft. Uit onderzoek blijkt trouwens dat hoogbegaafde kinderen zich niet vaker vervelen in de klas dan kinderen met gemiddelde of lage intelligentie. Op school moet je nu eenmaal soms dingen doen waar je geen zin in hebt. Zo leert een kind doorzetten, omgaan met dingen die niet zo leuk zijn en dingen moeten afmaken. Dat is nodig voor de middelbare school en later een opleiding en een baan.

Valt je kind buiten de groep?

Kinderen voelen zich op hun gemak bij kinderen die net zo denken en doen als zijzelf. Die zijn er niet altijd. Het kan zijn dat anderen je kind niet begrijpen, omdat ze minder intelligent zijn. Daar moet je kind mee leren omgaan. Dat kost tijd. Misschien doet je kind erg zijn of haar best om zich aan te passen aan andere kinderen. Dat kost energie. Eenmaal thuis kan je kind heel moe of heel druk zijn door de spanning van de dag. Praat met de pedagogisch medewerker of leerkracht als je denkt dat je kind zich niet begrepen voelt in de groep. Het is fijn voor je kind als hij of zij met andere kinderen kan praten, werken en spelen op een manier die bij hem of haar past. Dat kan hopelijk op school, al is het maar bij een bepaald vak of onderwerp. Ook kun je via internet contact zoeken. Op deze  websites vind je informatie over hoogbegaafdheid bij kinderen en over bijeenkomsten:
  • Pharos.nl - oudervereniging voor en door ouders van hoogbegaafde kinderen.
  • Bekina.org - vereniging voor hoogbegaafde kinderen en jongeren.
  • Stichtinghoogbegaafd.nl - verbindt, informeert en onderzoekt (ouders en begeleiders van) hoogbegaafden van alle leeftijden en achtergronden.