Koorts

Als een kind ziek is, kan het snel koorts krijgen. Meestal hoef je je geen zorgen te maken als je kind koorts heeft. Hoe zorg je dat je kind niet uitdroogt? Wanneer moet je wel naar de dokter?

Koorts bij kinderen

Denk je dat je kind koorts heeft? Meet dan altijd even de temperatuur. Bij koorts is de lichaamstemperatuur 38 graden of hoger. Koorts is een teken dat er virussen of bacteriën in het lichaam zijn. Door de hogere temperatuur kan het lichaam deze beter bestrijden. Een virus kan niet tegen die hogere temperatuur; de koorts helpt het virus dus wegwerken. Maak je niet meteen zorgen als je kind koorts heeft. Bij kinderen kan de lichaamstemperatuur heel snel omhoog gaan. Bij een verkoudheid of griep kunnen ze zomaar 40 graden koorts hebben. Ook bijvoorbeeld na een vaccinatie. Maak je dus niet meteen zorgen als je kind koorts heeft. Let goed op het gedrag om te zien of er iets ernstigs aan de hand is. Kijk voor meer informatie over koorts op Thuisarts.nl. Let op, als een baby van nog geen 3 maanden koorts heeft, is het wel belangrijk om de huisarts te bellen.

Wat als je kind koorts heeft

Laat je kind genoeg drinken als het koorts heeft. Wil je kind juist niet drinken? Geef dan vaker kleine beetjes. Zo voorkom je dat je kind uitdroogt. Zorg er ook voor dat je kind niet te warm of te koud is aangekleed. Minder kleren aantrekken dan normaal is dus niet nodig, zorg er wel voor dat je kind zijn warmte kwijt kan.

ORS tegen uitdroging

Heeft je kind hoge koorts en diarree? Dan kan hij of zij sneller uitdrogen. Je kunt eventueel ORS geven. ORS is een mengsel van suikers en zouten, dat je oplost in water. In ORS zitten speciale stoffen die je kind nodig heeft. ORS koop je bij de apotheek of drogist. Als je kind dat niet wil, geef dan iets anders te drinken. Het belangrijkste is dat er vocht binnenkomt.

Wanneer naar de huisarts met koorts

Twijfel je of je met je kind naar de huisarts moet? Kijk dan op Thuisarts.nl. Bel in ieder geval met je huisarts als je kind:

• een temperatuur heeft hoger dan 39 graden, overgeeft en diarree heeft;
• slap en hangerig is, slecht drinkt en niet reageert;
• langer dan vijf dagen koorts heeft;
• opnieuw oplopende koorts heeft na een aantal koortsvrije dagen;
• ernstig ziek is;
• snel achteruit gaat;
• suf is;
• ontroostbaar huilt;
• een veranderde huidskleur krijgt;
• anders gaat ademhalen, kreunt, periodes van ademstilstand heeft;
• vlekjes heeft die niet weg te drukken zijn met een glas.