Help je baby een goed slaappatroon te ontwikkelen

Slapen, we hebben er elke dag mee te maken. Zeker als je een kind krijgt is het een onderwerp waar je elke dag mee te maken hebt. Pasgeboren baby’s hebben nog geen dag-nachtritme en moeten dit leren ontwikkelen. Veel ouders zullen herkennen hoe vermoeiend die gebroken nachten kunnen zijn. In veel gevallen ontstaat er na een aantal maanden stap voor stap steeds meer een dag-nachtritme en gaan kinderen steeds langer doorslapen. 

Maar wat als de gebroken nachten blijven? Wat kun je als ouder doen om je kind te helpen een goed slaappatroon te ontwikkelen? 

Ritme opbouwen

Bij baby’s is het belangrijk om naast de tips over veilig slapen een ritme op te bouwen van bijvoorbeeld een vaste volgorde van activiteiten tijdens de dag. En een vast slaapritueel te ontwikkelen met rustige activiteiten voor het slapen, dat zoveel mogelijk elke dag hetzelfde is. Een voorbeeld van een slaapritueel is na het voeden een slaapzak aantrekken, een liedje zingen of samen een boekje lezen. Nog even knuffelen en dan tegen je kind te zeggen dat het tijd is om te slapen. 

Als je dit elke dag zoveel mogelijk hetzelfde doet, leert je baby dit slaapritueel te verbinden met slapen. 

Signalen van je kind

Om je kind te leren om zelf in slaap te vallen is het belangrijk om je kind in bed te leggen als het moe, maar nog wel wakker is. Je kunt herkennen dat je kind slaperig is als het bijvoorbeeld in zijn oogjes gaat wrijven, wat jengelig wordt of gaat gapen. Gaat staren of de vingers in de mond gaat stoppen, of de handjes balt tot vuisten.

Als jouw kind geen duidelijke slaapsignalen laat zien dan kun je ook de wakkertijden van je baby bijhouden om te zien wanneer het tijd is om te gaan slapen. Wees je ervan bewust dat zich overschreeuwen, vechten tegen de slaap, opgejaagd of rusteloos zijn en boos of heel actief worden juist signalen kunnen zijn van oververmoeidheid. Het is belangrijk om dit voor te zijn. 

Troosten

Als je kindje wakker wordt en begint te bewegen of pruttelen kun je eerst even afwachten en je kind de gelegenheid geven om zelf weer in slaap te vallen. Als je kind hard gaat huilen is het wel belangrijk om het te troosten. Door bijvoorbeeld te wiegen, strelen of knuffelen. Maar je kunt ook zachtjes zingen of praten. Als je baby rustig is, leg je het weer terug in bed.

Verschil dag en nacht

Verder is het goed om het verschil tussen dag en nacht te benadrukken door ervoor te zorgen dat het ’s nachts donker is. En je kind ‘s ochtends op een andere manier te begroeten dan ’s nachts. Zo kun je bijvoorbeeld ’s ochtends meteen de gordijnen open doen en het ’s nachts stiller en rustiger te houden.  

Tijdelijk ander slaappatroon

Realiseer je dat ziekte, tandjes die doorkomen, nieuwe dingen leren en stress in de omgeving het slaappatroon van je baby (tijdelijk) kunnen veranderen. Het is dan goed om terug te grijpen naar de tips die hierboven staan. 

Zorg goed voor jezelf

Vergeet vooral ook niet om goed voor jezelf te zorgen. Rust bijvoorbeeld uit als je baby slaapt en doe af en toe ook iets voor jezelf. Als je erg moe bent kan het helpen om iemand uit je omgeving te vragen om eens op te passen. Zodat je een momentje voor jezelf hebt. Als je een partner hebt is het fijn om elkaar te kunnen afwisselen. Waarbij beide ouders zoveel mogelijk vasthouden aan jullie slaapritueel. 

Vragen?

Heb je behoefte aan meer tips of iemand die mee kan kijken naar jullie situatie? Stel je vraag bij het consultatiebureau bij jou in de buurt. Je kunt ook altijd een afspraak maken voor het opvoedspreekuur.