Brutaal en opstandig gedrag
Ieder kind doet wel eens boos of opstandig. Of het gaat schelden en vloeken. Kinderen moeten leren omgaan met emoties zoals boosheid. Hoe kun je reageren als hij of zij boos of opstandig doet?
Leren omgaan met emoties
Als kinderen ouder worden, moeten ze leren met hun emoties om te gaan. Boosheid is één van de emoties die lastig zijn om mee om te gaan. Je kind moet leren dat je boosheid wel mag voelen, maar dat het niet de bedoeling is om brutaal of opstandig te worden. Alle kinderen uiten hun boosheid daarom wel eens door brutaal of opstandig te doen. Bijvoorbeeld door te schreeuwen, schelden of iets respectloos of onbeschofts te zeggen als iets niet mag of lukt.Eerst denken, dan doen
Als je kind zich boos voelt, vertel je kind dan dat het zich eerst kan afvragen wat de oplossing is: 'eerst denken, dan doen'. Het lukt natuurlijk niet altijd om brutaal en opstandig gedrag te voorkomen. Het ene kind kan dat beter dan het andere kind. Dit heeft met karakter te maken.Tips bij brutaal en opstandig gedrag
- Als je kind brutaal is of opstandig doet, blijf dan rustig. Boos praten of schreeuwen helpt niet.
- Als je je kind zijn of haar zin geeft, beloon je het gedrag en gaat je kind het vaker doen.
- Als je kind is afgekoeld, is het belangrijk dat je met je kind over het gedrag praat. Vertel je kind op een rustige, maar duidelijke toon, welk gedrag je niet accepteert en waarom niet.
- Laat merken dat je begrijpt wat je kind wil. Bijvoorbeeld: 'Ik weet dat je graag wilt..." Daar wordt je kind meestal rustiger van.
- Zeg ook dat je begrijpt dat je kind zich boos voelt, maar dat schreeuwen, schelden of brutale dingen zeggen geen oplossing is. En dat het anderen kwetst. Stel duidelijke grenzen aan het taalgebruik van je kind en houd je kind daar telkens aan.
Scheldt of vloekt je kind? Soms doen kinderen dat om mensen er op reageren, bijvoorbeeld door te gaan lachen. Of ze denken zo stoer te zijn. Geef zelf het goede voorbeeld en gebruik dus geen scheldwoorden of vloekwoorden. En als je kind dat doet, ga dan niet lachen. Leg uit waarom je kind dat woord niet mag zeggen. Niet reageren werkt ook vaak goed. Je kunt je kind ook een ander (onschuldig) vloekwoord aanleren, zoals chips in plaats van shit. Bij jonge kinderen helpt dat soms.- Verwacht niet te veel van je kind. Als je iets vraagt wat je kind nog niet kan, wordt je kind alleen maar opstandiger.